Abdij Ulingsheide

Abdij Ulingsheide

Monumentnummer: 524698
Monumentnaam: Abdij Ulingsheide
Status: Beschermd
Aanwijzingsbesluit: 17-10-2002
Inschrijving register: 03-02-2003
Kadaster deel/nr: 15004/159Int.
Kenteken: N

Inleiding
Kloosterkapel met entreeportaal en sacristie behorend bij het klooster Ulingsheide. De kapel dateert uit 1926 en werd gebouwd naar een ontwerp van architect Frans Stoks. De bouwstijl van de kapel is Traditionalisme met invloed van het Expressionisme en Art Deco. Omstreeks 1980 werd het interieur van de kapel aangepast. Aan de absiszijde werden de open paraboolbogen tussen middenschip en zijbeuken ter hoogte van de kruisbeuk dichtgezet in baksteen en glas. Het priesterkoor werd aangepast: de vloer werd verlaagd en de open bogen in de achterwand van het priesterkoor werden deels dichtgezet.

Foto: M. Brouwers

Omschrijving
De kloosterkapel ligt aan de westzijde van het kloostercomplex haaks op de lange toegangslaan. Aan de oostzijde is de kloosterkapel verbonden met de sacristie en kloostergangen. Aan de zuidzijde is de kapel verbonden met bedrijfsgebouwen ten behoeve van de wijnstekerij; aan de noordzijde is de kapel eveneens verbonden met de kloostergangen. De kapel heeft een hoog middenschip en lagere zijbeuken, en een kruisbeuk aan de absiszijde. Aan de westzijde van de kapel in de oksel van de kruisbeuk en de zijgevel is de toren geplaatst. Aan de absiszijde heeft de kapel afgeschuinde hoeken. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen en natuursteen. Steunberen. Zadeldaken en schilddaken met Hollandse pannen. Spitsboogvormige en spits toelopende glas-in-lood ramen. De vierkante toren is aan de westzijde voorzien van een kleine uitbouw onder zadeldak. De toren heeft in elk gevelvlak op verschillende hoogtes twee spitsboogvormige venstertjes.

Onder het uurwerk in elke gevelzijde een klein balkon met balustrade. Aan de bovenzijde van het uurwerk in elke gevelzijde twee spitsboogvormige galmgaten. De naaldspits is gedekt met leien.

De westgevel van de kapel aan de linkerzijde van het torenvolume telt zeven venstertraveeën. In elk travee van de lagere zijbeuken telkens drie spitsboogvormige glas-in-lood ramen; daaronder spits toelopende souterrainvensters met glas-in-lood. Deze westgevel is voorzien van twee kapeluitbouwen met afgeschuinde hoeken en voorzien van een tentdak met pannen.

Beide kapeluitbouwen hebben in elke gevelzijde een spitsboogvormig glas-in-lood venster en een spits toelopend glas-in lood souterrainvenster. In de westgevel van het hoge middenschip in elk travee drie glas-in-lood vensters met uitzondering van de middelste travee: deze is dichtgezet. De traveeën worden gescheiden door steunbeerachtige lisenen. Aan de rechterzijde van het torenvolume is de hoge gevel van de kruisbeuk in de topgevel voorzien van een roosvenster met glas-in-lood en tracering. Aan de benedenzijde is de kruisbeukgevel voorzien van een uitbouw met drie kleine zadeldaken. In elk van de drie gevelvlakken is deze uitbouw voorzien van een rondboog met daarin drie glas-in-lood ramen van ongelijke hoogte. In de topgevel van elk gevelvlak eveneens drie glas-in-lood ramen van ongelijke hoogte. Haaks op de absiszijde een hoge uitbouw met zadeldak. De zuidgevel van deze uitbouw is voorzien van steunberen en kleine spitsboogvormige glas-in-lood raampjes. In de kopgevel aan de westzijde is deze uitbouw voorzien van vier kleine glas-in-lood raampjes. De oostgevel van de kapel aan de binnenplaatszijde telt zeven venstertraveeën. De indeling en opbouw is vrijwel gelijk aan de westgevel. Alleen is in deze gevelzijde de middelste travee door een loopbrug verbonden met de sacristie die zich evenwijdig aan de kapel aan de oostzijde bevindt. Dit loopbruggebouw telt een bouwlaag en is uitgevoerd in baksteen en rust op twee brede segmentboogvormige gemetselde bogen; kleine rechthoekige venstertjes; zadeldak met pannen.

De sacristie telt een bouwlaag onder een zadeldak met pannen. De kruisbeukuitbouw aan de oostzijde is voorzien van een entreeportaal met een plat dak en aan de binnenplaatszijde een rechthoekige deur met zijlichten en spitsboogvormig bovenlicht met glas-in-lood. Het bovenlicht heeft een vijfdelige roedeverdeling. Rechts van deze deur drie hoge smalle glas-in-lood ramen. Onder de dakrand een reeks van twee maal vier spitsboogvormige glas-in-lood raampjes. De kloosterkapel is aan de noordzijde voorzien van een hoge ondiepe uitbouw onder een kruisvormig zadeldak met pannen.

Interieur
Het middenschip van de kapel heeft een paraboolvormig plafond van gele baksteen in schoon metselwerk. De traveeën worden gescheiden door lisenen in rode baksteen. De lisenen rusten op natuurstenen consoles in de zijwanden. Het oxaal rust op bakstenen pilasters. Het oxaal heeft een bakstenen balustrade met hierin kleine openingen. Aan de bovenzijde van het oxaal drie spitsboogvormige glas-in-lood vensters. Authentieke vloertegels en koorbanken. De glas-in-lood ramen in de kapel zijn vervaardigd door verschillende glazeniers. Karel Trautwijn maakte een groot aantal ramen in Art Deco stijl. Andere ramen vervaardigd door Pater Victor (Abdij Lilbosch te Echt); Wiegersma en Bauman. Omstreeks 1980 werd het interieur van de kapel aangepast: drie rondbogen in de achterwand van het priesterkoor werden dichtgezet. De zijbeuken werden gescheiden van het middenschip waardoor een kloostergang rond het middenschip ontstond. In deze voormalige zijbeuken kleine altaren voor de opleiding van de priesterbroeders: enkele kleine altaren met een houten opbouw in Neogotiek. De zijaltaren met plafonds met kruisribgewelven; witte en zwarte vloertegels. Figuratief glas-in-lood.

In het souterrain onder de kapel is de bibliotheek ondergebracht. De plafondbalken in de souterrainruimte rusten op vierkante bakstenen kolommen. In de zijwanden van de kapeluitbouwtjes spits toelopende glas-in-loodramen, deels met figuratief glas-in-lood. In het verlengde van de bibliotheekruimte onder het hoofdaltaar van de kapel bevindt zich een grote T-vormige crypte met kruisribgewelven en bakstenen kolommen. Hier werd de oude altaartafel uit de bovenkapel herplaatst. De sacristieruimte heeft houten paramentenkasten en lambrisering. Een van de kastdeuren geeft toegang tot de loopbrug die naar de kapel voert. De abtenkapel heeft de authentieke zwarte en witte vloertegels; marmeren altaartafel; spitsbooggewelven en deels authentieke glas-in-lood ramen. In de hoge entreehal naast de kapel toegangsdeuren naar de kapel met smeedijzeren hang- en sluitwerk en natuurstenen latei; in de wand van het trappenhuis rechthoekige- en spits toelopende ramen met figuratief glas-in-lood.

Waardering
De kapel met entreeportaal en sacristie van het klooster Ulingsheide zijn van algemeen belang en bezitten cultuurhistorische waarde, met name kerkhistorische waarde als voorbeeld van een kloosterkapel c.a. van de orde der Trappisten. De kapel met entreeportaal en sacristie bezitten architectuurhistorische waarde vanwege de toegepaste bouwstijl en als voorbeelden van het oeuvre van architect Stoks en vanwege het rijke interieur met vele glas-in-lood ramen van verschillende glazeniers.

De kapel met entreeportaal en sacristie zijn tevens van algemeen belang vanwege de situering in het buitengebied van Tegelen in de nabijheid van de Duitse rijksgrens, vanwege de gaafheid en typologische zeldzaamheid.