Oud maar o zo mooi

Oud maar o zo mooi

Door: Hay Swinkels

Een stad is niet zomaar een stip op de landkaart, waarbij in de legenda te lezen valt hoeveel inwoners ze heeft. Een stad leeft, herbergt een verleden, bouwt verder aan de toekomst. Een stad vernieuwt. ‘Verjongen’ noemen ze dat en meteen komt daarbij het woordje ‘mooi’ om de hoek kijken. Jong en mooi. Voor mensen geldt dat, dus ook voor een stad.

„Afbreken kan altijd nog.”

Om te kunnen vernieuwen, moet je het oude afbreken. Oud en lelijk, zoals dat vervallen woonhuisje op nr. 38 van de Parallelweg. Dat staat er waarschijnlijk al meer dan honderd jaar en is sinds lang niet meer bewoond.

Oud ja, maar lelijk? Loop eens dichterbij. Kijk naar de kleine voordeur, het geblindeerde raam. Afbladderende verf verhaalt van betere tijden. Maar o zo mooi! Dit vertelt over het lief en leed van de mensen die hier woonden. Ooit. Geschiedenis die zichtbaar, voelbaar wordt. Mooi en lelijk zijn rekbare begrippen. Voor mij mag dat huisje nog een poos blijven staan om uit te dragen dat oud en vervallen soms ook nog mooi kan zijn.

Afbreken kan altijd nog.