Jugendstil / Art Nouveau

Jugendstil / Art Nouveau

Door: Paul Stevens

Op het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw (ca. 1890 – 1914) ontstond een nieuwe kunstvorm, de Art Nouveau of Jugendstil. Dit was, zoals zo vaak, een reactie op de kunstrichtingen uit eerdere tijden. Kunstenaars en architecten hadden langzamerhand genoeg van het kopiëren van bouwstijlen uit het verleden, de klassieke voorbeelden uit o.a. Griekenland en Italië.

De basis van de stroming ligt in Engeland in het midden van de 19e eeuw in de ‘Arts and Crafts-beweging’ die ambachtelijke handwerk propageerde en er naar streefde bijvoorbeeld bij een gebouw alle kunstvormen te bundelen zodat een totaalkunstwerk (Gesamtkunstwerk) zou ontstaan. Ook werd de vormtaal sterk beïnvloed door de in Europa populaire Japanse kunsten. Dit werd ook het uitgangspunt van de nieuwe kunst. Overigens was de kunst in Europa al in 1910 weer verdwenen.

Deze nieuwe kunst (Art Nouveau) verspreidde zich snel over heel Europa.
In Engeland ontstond de ‘Modern Style’, de Coup de Fouet (zweepslag) in België, de ‘Style Guimard’ in Frankrijk, de ‘Sezessionsstil’ in Oostenrijk, de ‘Stile Floreale’ in Italië, de ‘Arte Joven’ in Spanje. De voornaamste architecten hiervan waren Charles Rennie Mackintosh door zijn Glasgowschool of Art, Hector Guimard (oa. Parijse Metroingangen), Victor Horta in Brussel (oa. Hotel Tassel), Antoni Gaudí in Barcelona (oa. Sagrada Familia), Joseph Olbrich (oa. Kaufhof in Düsseldorf), Otto Wagner (oa. Majolikahaus in Wenen). In Nederland o.a. Jan Willem Bosboom die vooral in en rond Den Haag werkte.

In Nederland spreken we over ‘Art Nouveau’, ‘Jugendstil’ of ‘Slaoliestijl’. Dit laatste naar aanleiding van een door Jan Toorop ontworpen affiche voor een slaoliefabriek:

Affiche Delftsche Slaolie, Jan Toorop, 1894. Bron: Rijksmuseum, Rijksstudio.


De Jugendstil en Art Nouveau is in Nederland nooit een heel populaire kunstvorm geweest, in tegenstelling tot België, waar deze kunstvorm tot grote hoogte groeide. In Nederland is Den Haag ‘Art Nouveaustad’ nummer één, maar in veel steden zijn nog mooie voorbeelden te zien van art nouveau architectuur. Deze kunststroming beperkte zich niet alleen tot de architectuur, maar ook meubels, servies, glaswerk, gebruiksvoorwerpen, woninginrichting enzovoorts moest op elkaar worden afgestemd, zodat een ‘Gesamtkunstwerk’ zou ontstaan.

In tegenstelling tot hetgeen men zou denken in verband met de nabijheid van Duitsland, blijkt toch dat de Belgische invloed van de Art Nouveau in Venlo het grootst was.

In Venlo ontstonden uiteraard ook Art Nouveau panden. Een aantal is door oorlogsgeweld en door afbraak verdwenen. Toch heeft Venlo nog een 25-tal Jugendstilpanden, hoewel je in Venlo beter van Art Nouveau kunt spreken. In tegenstelling tot hetgeen men zou denken in verband met de nabijheid van Duitsland, blijkt toch dat de Belgische invloed van de Art Nouveau in Venlo het grootst was. Bijzonder in Venlo is, dat hoewel soms de panden niet meer een duidelijk Art Nouveau uiterlijk hebben, ze wel intern nog vele elementen hebben in de inrichting, zoals plafonds, betimmeringen, schuifdeuren en glas-in-lood ramen.

Kenmerken van de stijl zijn: gestileerde en vaak asymmetrische motieven uit flora en fauna, zoals in elkaar gedraaide plantenstengels, exotische dieren, bloemknoppen, horizontale banden met gestileerde bloemen, in elkaar draaiende klimop, etc.

In de komende weken zullen we op deze website een aantal artikelen publiceren over Jugendstil / Art Nouveau in Venlo.

Tip: bekijk bovenstaand affiche van dichtbij in de digitale collectie van het Rijksmuseum.